Centrum voor Kunstmatige Inseminatie KI, Zomergem, 1968
PrLDN_009
Naast prijskampen en veemarkten die de kwaliteit van de veestapel omhoog duwden, was ook een openbare dekdienst belangrijk in het fokkerijbeleid van de overheid. Door de hoge kwaliteitsnormen van de dekstieren, de uitbraak van dierziekten en het beperkte aantal volwassen stieren werd steeds vaker beroep gedaan op kunstmatige inseminatie. Via deze techniek kan één stier zorgen voor honderden nakomelingen en was men minder afhankelijk van goede gezonde prijsstieren in de regio om te kweken.
Na WOII werd in Zomergem een Centrum voor Kunstmatige Inseminatie opgericht met maar liefst twaalf dierenartsen/inseminatoren en een tiental personeelsleden in dienst. In dit centrum werd sperma van Oost-Vlaamse stieren verzameld, waarmee koeien van het Oost-Vlaams melkveeras werden geïnsemineerd. Aanvankelijk werd enkel vers afgenomen sperma gebruikt, later ook diepvriessperma. Dat dit centrum precies in Zomergem gelegen is, het belang aan van deze regio voor de veemarkt en vooral voor de Vette Veemarkt van Zomergem.
Na WOII werd in Zomergem een Centrum voor Kunstmatige Inseminatie opgericht met maar liefst twaalf dierenartsen/inseminatoren en een tiental personeelsleden in dienst. In dit centrum werd sperma van Oost-Vlaamse stieren verzameld, waarmee koeien van het Oost-Vlaams melkveeras werden geïnsemineerd. Aanvankelijk werd enkel vers afgenomen sperma gebruikt, later ook diepvriessperma. Dat dit centrum precies in Zomergem gelegen is, het belang aan van deze regio voor de veemarkt en vooral voor de Vette Veemarkt van Zomergem.