Ingang Rhône-Poulenc, 1987-1998
PrLM_006
Foto met zicht op de ingang van het bedrijf ten tijde van Rhône-Poulenc. In het midden staat het administratiegebouw dat een verdieping kreeg in 1987. Ervoor ligt een parking. Ook het buizensysteem komt duidelijk in zicht. Enerzijds is er de transportband die voor de aanvoer van fosfaatertsen zorgt (degene die van links komt). Anderzijds zijn de buizen zichtbaar die aansluiting hebben met de kades. Opschrift op het bord: Rhône-Poulenc / Dagen zonder ongeval: 143 / Vorig rekord: 517 / Veiligheid is de moeite waard. Deze foto moet tussen 1987 en 1998 (naamsverandering naar Rhodia-Chemie) getrokken zijn.
Tijdens deze Rhône-Poulenc-periode waren er verschillende vennootschappen betrokken bij de activiteiten van de fabriek. Zo was Rhône-Poulenc Chemie N.V. de belangrijkste eigenaar van de fabriek. Ze waren ook de producent van minerale scheikundige producten en dienstverlener voor andere vennootschappen. Cdf Chimie AZF was mede-eigenaar van de afdeling zwavelzuur en fosforzuur en eigenaar van de afdeling ammoniumfosfaat. Tevens waren zij producent van zwavelzuur, fosforzuur en ammoniumfosfaat. Atochem Belgium was eigenaar van de afdeling organische producten. Arco Chemical Products Europe was dan eigenaar van de technologie. Ook waren zij verwerker, door contract met Atochem, van grondstoffen tot eindproducten. Verder zorgden zij voor de commercialisering van polyethers.
Tijdens deze Rhône-Poulenc-periode waren er verschillende vennootschappen betrokken bij de activiteiten van de fabriek. Zo was Rhône-Poulenc Chemie N.V. de belangrijkste eigenaar van de fabriek. Ze waren ook de producent van minerale scheikundige producten en dienstverlener voor andere vennootschappen. Cdf Chimie AZF was mede-eigenaar van de afdeling zwavelzuur en fosforzuur en eigenaar van de afdeling ammoniumfosfaat. Tevens waren zij producent van zwavelzuur, fosforzuur en ammoniumfosfaat. Atochem Belgium was eigenaar van de afdeling organische producten. Arco Chemical Products Europe was dan eigenaar van de technologie. Ook waren zij verwerker, door contract met Atochem, van grondstoffen tot eindproducten. Verder zorgden zij voor de commercialisering van polyethers.