Maria Vereecken met schapenschaar
PrMV_004
Maria Vereecken, dochter uit een familie schapenherders uit Evergem, toont een schapenschaar die gebruikt werd om schapen te scheren. Schapen werden voor het scheren op hun achterste gezet omdat zij op deze manier rustig blijven zitten en dus gemakkelijk kunnen geschoren worden. Deze schapen werden voor hun wol gekweekt en met de wol werden matrassen gemaakt. Na het scheren wasten zij de wol in het riviertje achter hun huis met speciale zeep die niet veel schuimde. Daarna werd ze gebruikt als vulling voor de matrassen. Om deze licht en luchtig te houden moest men de wol één maal per jaar uit de matras halen en kammen. Veelal werd de wol van schapen ook gebruikt om te spinnen en later truien en kousen van te maken.